Catheterbeleid en techniek

Drie mogelijkheden

C.A.D Catheter a demeure - drainage via de urethra
S.P.C Suprapubische catheter - drainage via de buikwand
C.I.C.

Clean Intermittent Catheterisation - intermitterende catheterisatie

 

Beleid bij acute urineretentie

<500cc

Eenmalige catheterisatie

>500 cc en <1000 cc

Twee dagen C.A.D.

>1000 cc

Vijf dagen C.A.D.

>2000cc

Houdt rekening met decompressie syndroom! (dehydratie, elektrolyten verschuivingen.)

Eventueel insturen

Opmerking:

Ter inschatting van de hoeveelheid retentie meten door er een zak aan te hangen (ook thuis).

Indien retentie herhaaldelijk optreedt in een korte tijdspanne of indien patiënt niet meer spontaan tot mictie komt: consult uroloog.

Beleid bij chronische urineretentie

C.I.C.

Heeft de voorkeur; kleinere infectiekans,  be­houden van blaascapaciteit. Een goede hygiëne en een goede handfunctie is vereist.

 

S.P.C

Is het alternatief. Ook hierbij minder infectiekans (prostatitis.epididymitis, urethritis) en geen strictuurvorming en/of decubitus van de urethra

Hierbij bestaat ook de mogelijkheid om de mictie te evalueren door een stopje op de catheter te plaatsen. Spontane mictie kan worden afgewacht en residu kan worden bepaald via de S.P.C.

 

Opmerking:

  1. “Alles beter, dan een verblijfscatheter”.
  2. Laat mensen zo mogelijk overdag met een stopje / kraantje werken, daarmee blijft er behoud van een behoorlijke blaascapaciteit. Geldt zowel voor man als vrouw.’s Nachts: nachtzak.
  3. Vooral de mannelijke patiënt ervaart de S.P.C. als prettiger dan de C.A.D.
  4. Bij seksueel actieve vrouwen is soms een S.P.C. ter verkiezen.
  5. Bij een catheter kan (zelden) plaveiselcelcarcinoom in de blaas voorkomen. Daarom attent zijn en vragen naar bloedverlies. Bij langdurige verblijfscatheter (>10 jr.) daarom controle bij uroloog (scopie).

Materiaal bij C.I.C.: gecoate catheter: Easycath (Conveen) of Lovric (Astra).

Overgang van acuut naar chronisch beleid

In principe ligt de beslissing hiertoe bij de uroloog, tenzij……!!

Tips en trucs

Problemen Commentaar
Ballon loopt niet leeg
  1. Injecteer met ether 10cc, bij volle blaas.
  2. Afknippen ballonventiel en met  voerdraad door­prikken. Controleer of ballon compleet is. Zo niet: insturen (niet met spoed).
Blaaskramp

Controleer of catheter goed loopt met urotainer 60cc of 60cc spuit met  kraanwater.
Indien niet: nieuwe katheter.

Indien wel :

  • ballon wat leeg laten lopen; moet binnen 1 dag verbetering geven.
  • R/ een anticholinergium
Gruisvorming bij langdurig kathetergebruik

Is niet tegen te gaan. Zonodig spoelen.

Wisselfrequentie van de katheter aanpassen. Controle d.m.v. buikoverzichtsfoto op blaas­steenvorming. Eventueel cystoscopie.Evt is kweek zinvol. Alleen antibacterieel behandelen bij ernstige infecties
(koorts, malaise, pijn)                                                    
Spoelen  bij gruis
  1. Spoelen met lauwe vloeistof  R/solutio R. of met fysiologisch zout of desnoods lauw kraanwater.
  2. Spoelvloeistof in blaas brengen, 30 min. inlaten. Wordt vaak te langzaam en/of te voorzichtig gedaan; gebruik van “harmonica-jet 100 cc” of ”Freka drainjet” kan handig zijn. Evt voorbehandeling met 100 mg Diclofenac supp.
  3. Frequentie 2x per week tot 1 x per dag, afhankelijk van het resultaat.
  4. Zorgdragen voor goede diurese (±2000cc / 24 uur).
Drainageprobleem  
C.A.D.
  1. Controleer of katheter verstopt is; zo ja nieuwe katheter.
  2. Ballon leeg laten lopen en katheter opschuiven dieper de blaas in. Ballon opnieuw opblazen. (Ballon zat in prostaatloge).
S.P.C

Controleer of katheter verstopt is, zo ja -nieuwe katheter

Haematurie

Lichte vorm: blaas spoelen met fysiologisch zout in 60 cc spuit

Forse haematurie: (wijnrood + stolsels)→insturen naar uroloog.
Incontinentie
  1. Contoleer of katheter niet verstopt is.
  2. Herpositioneren van de katheter.
  3. Bij blaaskramp→ R/Diclofenac 100 mg supp (incidenteel; werkt snel) R/ anticholinergicum (langdurige behandeling).
  4. Behandeling van infectie met antibiotica.
Infecties

Alle gekatheteriseerde blazen infecteren op den duur. Alleen bij koorts en algehele malaise antibacterieel behandelen, bij voorkeur na urinekweek.

Incontinentie voor urine (zelden) kan optreden t.g.v. infectie

NB: overweeg een condoomcatheter bij incontinentie zonder residu; lager infectierisico
Uitvallen v.d.catheter  
C.A.D Nieuwe plaatsen; geen tijdslimiet. Ballon maximaal vullen met 7-10 cc water.       
S.P.C Nieuwe plaatsen, zo spoedig mogelijk (< 1 uur), maar kan ook nog wel na 6 uur, anders zit S.P.C. gat dicht. Gaat het moeilijk dan eerst met een vrouwen kathetertje Ch 12 en met veel glijmiddel proberen; evt opvolgen met een Ch 14, alvorens de S.P.C. te plaatsen.          
Verwijderprobleem

Is er sprake van een ballonprobleem? Zo niet → dan meestal gruisprobleem. Trekken; wel con­troleren of katheter in totaliteit verwijderd is, anders verwijzing uroloog.

6 verschillende middelen o.a. Tolterodine 1 dd, nog 5 middelen

R/ Tolterodine (=Detrusitol) ( 1dd te doseren, maar duurder)

Anticholinergium

1 dd, nog 5 middelen

R/ Tolterodine (=Detrusitol) ( 1dd te doseren, maar duurder)

 

Het wisselen van een C.A.D.

Wisselfrequentie

6-8 weken

Benodigdheden Wisselset C.A.D.

 

Techniek

  1. Ballon leegmaken met de lege 10cc spuit.
  2. C.A.D. wordt verwijderd.
  3. Penis of labia schoonmaken met wattenbolletjes gedrenkt in (lauw) kraanwater.
  4. Inbrengen in urethra van instillagel. Bij de man: zeker de gehele spuit (11 cc); met de zijkant van de spuit masseert men de gel naar de peno-scrotale overgang.

 

Man

  1. De penis uitstrekken en de katheter naar binnen schuiven tot u ervan overtuigd bent, dat de katheter diep in de blaas zit. Komt er dan geen urine:
  • U zit nog niet in de blaas. Schuif de katheter verder door.
  • De katheteropening zit verstopt met gel. Met spuitje doorspuiten of gel eruit trekken.

 

Vrouw

  1. Labia spreiden. Katheter met gel bevochtigen; diep in de blaas brengen.
  2. Loopt de katheter, dan de ballon opblazen met maximaal 7 – 10 cc water en katheter aantrekken.

 

Opmerking: Bij eenmalige catheterisatie punt 3 t/m 5 volgen.

Het wisselen van een S.P.C.

Wisselfrequentie

6-8 weken (Biocath catheter 12 weken)

Benodigdheden Wisselset S.P.C.

 

Techniek

  1. Verwijder verband.
  2. (Facultatief): Vul de blaas, bij permanente drainage van de blaas, met urotainer NaCl l00 cc. (Bij gebruik katheterstopje is dit niet nodig, mits de blaas niet net is leeggemaakt).
  3. Ballon leegmaken met lege 10cc spuit.
  4. Katheter verwijderen.
  5. Instillagel in SP-gat.   
  6. Inbrengen nieuwe katheter, zover totdat hij goed loopt.
  7. Ballon vullen met niet meer dan 5cc kraanwater.(geen zout!!).
  8. Katheter  terugtrekken.
  9. Verbinden met de slang of plaatsen van katheterstopje.

Opmerking

Let erop dat u de katheter niet zover inbrengt dat de ballon in het prostaatbed opgeblazen wordt of bij vrouwen de urethra uitkomt.

Patiënteninstructie bij S.P.C.: De positie van de katheter moet afwisselend naar links of naar rechts afgeplakt worden ter voorkoming van druknecrose.

Bij problemen vinden passende catheter, overweeg consult

Bron en samenstellers

Bron: werkafspraak Klik Zwolle

 

Deze werkafspraak is samengesteld door P.E.Kleingeld en R.J.H. Schaafsma (urologen), R.H. Mors en G.H. v.Oene (huisartsen)

 

Versie mei 2010