Dementie

Doelstelling

Afstemming beleid rond diagnostiek, behandeling en begeleiding van dementie. 

Diagnose

De huisarts heeft bij verdenking dementie drie opties om tot een diagnose te komen:

  • Onderzoek doen en diagnose stellen in de huisartspraktijk 
  • Verwijzen naar DEC (Diagnose Expertise Centrum) en de daarbij horende SO 
  • Verwijzen naar de geriater 

Verwijsindicaties

Verwijsindicaties geriatrie, zowel voor de huisarts, als voor het DEC-team:

  • Als de huisarts ervoor kiest de diagnostiek van dementie uit te besteden
  • Bij niet pluis gevoel of twijfel over de diagnose
  • Forse toename van de cognitieve stoornissen binnen twee maanden
  • Dementie op jonge leeftijd (≤ 65 jaar)
  • Complexe problematiek
  • Onverwacht beloop
  • Beoordeling/advies t.a.v. medicatie of neuropsychiatrische verschijnselen
  • Problemen bij de verzorging
  • Multimorbiditeit
  • Specifieke zorgvragen naast basisdiagnostiek.
  • Onzekerheid omtrent het bestaan van dementie
  • Diagnostiek bij mensen die geen Nederlands spreken
  • Behoefte aan een nosologische diagnose
  • Recent hoofdletsel, met name in geval van een stollingsstoornis of gebruik van anticoagulantia
  • Nieuwe focale neurologische uitval
  • Recente voorgeschiedenis van maligniteit
  • Nieuwe onverklaarde mictiedrang of urine-incontinentie in combinatie met een loopstoornis
  • Vermoeden van frontotemporale dementie, Lewy-Body-dementie of Parkinsondementie
  • Bijkomende ernstige psychiatrische ziekte of mentale retardatie.

Logistiek

Verwijzing via ZorgDomein geriatrie -> eerste afspraak poli geriatrie. (indien er een praktijkondersteuner ouderenzorg betrokken is, wordt dit in de verwijsbrief vermeld)

Na de eerste afspraak komt de patiënt mogelijk in aanmerking voor een dagopname bij de geheugenkliniek van VieCuri. De dagopname binnen VieCuri vindt plaats binnen 4 weken na aanmelding.

De huisarts krijgt bericht van de datum waarop de onderzoeken plaatsvinden.

Bereikbaarheid en aanwezigheid

Tijdens de polikliniekuren van de geriater is de poli bereikbaar via telefoonnummer: 077-3205851.

Rapportage/terugverwijzing

De geriater maakt een rapportage/ terugverwijzing door een brief met behandelplan naar de huisarts te sturen (Edifact).

In de medicatieoverdracht van eerste naar tweede lijn (en omgekeerd) wordt aangegeven wanneer (datum en reden) een medicatiebeoordeling heeft plaatsgevonden en wat daarin afgesproken is (en waarom).

Medisch inhoudelijke afspraken

De klinisch geriater en de geriatrisch verpleegkundige hebben een gesprek met de patiënt en diens familie/mantelzorger, gevolgd door een uitgebreid lichamelijk onderzoek door de geriater.

Er wordt bloed afgenomen en een scan van de hersenen gemaakt. Op indicatie zijn op consultbasis een psycholoog, ergotherapeut of neuroloog betrokken. Op deze manier wordt in korte tijd een goed beeld verkregen over de algehele gezondheid en het functioneren van de oudere met geheugenklachten en kan er een uitspraak worden gedaan over de oorzaak hiervan.

Informatie en voorlichting patient

In een vervolggesprek bespreekt de geriater alle uitslagen en geeft adviezen over begeleiding en eventueel behandeling met medicijnen, welke ook worden teruggekoppeld aan de huisarts en, indien betrokken, de trajectbegeleider HbD en de praktijkondersteuner ouderenzorg.

Na diagnostiek wordt de patiënt terugverwezen naar de huisarts. Bij gebruik van acetylcholinesteraseremmers wordt een patiënt in de tweede lijn vervolgd (i.v.m. de specifieke monitoring).

Bronnen, samenstellers, revisiedatum

Bronnen: https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/dementie, Richtlijn diagnostiek en behandeling van dementie

Auteurs: Irma Nellen

Revisiedatum: 1 Januari 2023