Diabetische voetzorg Noord-Limburg

Doelstelling

Afstemming beleid rond diagnostiek, behandeling en doorverwijzing met betrekking tot de diabetische voet, als er sprake is van een ulcus of een Charot voet.

Stroomdiagram

Diagnose

Bij verdenking van een diabetische voet in de eerste lijn zijn de volgende opties om tot een diagnose te komen:
  • Onderzoek en diagnose door de huisarts in de huisartsenpraktijk.
  • Praktijkondersteuner signaleert een (dreigend) voetprobleem.
  • Podotherapeut constateert een (dreigend) voetprobleem.
  • Patiënt signaleert zelf een (dreigend) voetprobleem na voetinspectie.

Berichtgeving/communicatie

Verwijsindicaties huisarts en podotherapeut
  • Huisarts overlegt na constatering van een diabetisch voetulcus direct met de podotherapeut of voetenteam.
  • Wanneer de podotherapeut een voetulcus constateert neemt hij/zij direct telefonisch contact op met de huisarts en wordt patiënt binnen 24 uur gezien door de huisarts.
 
Verwijzing naar het voetenteam
  • Bij een oppervlakkig niet plantair ulcus waarbij geen perifeer vaatlijden en geen infectie bestaat kunnen zij samen (huisarts en podotherapeut) besluiten om tot behandeling over te gaan.
  • Is er na twee weken geen genezing, dan verwijst de huisarts de patiënt naar het voetenteam.
  • Een patiënt met een plantair gelegen voetulcus wordt onmiddellijk via ZorgDomein verwezen naar het voetenteam. Patiënt wordt binnen 7 dagen door het voetenteam gezien. Blijkt er sprake van een acute, bedreigende situatie, ischemie en/of infectie, neemt de huisarts telefonisch contact op met de SEH, c.q. de dienstdoende vaatchirurg.

Metabole regulering

  • Huisarts blijft verantwoordelijk voor de begeleiding van de diabetes volgens het zorgplan dat met de patiënt is afgesproken.
  • De benodigde controles blijven plaatsvinden conform de afspraken binnen de eerstelijns DBC.
  • De huisarts bespreekt dit met de patiënt.
  • Voetenteam beoordeelt bij iedere verwijzing of er op -of aanmerkingen zijn bij de metabole regulering. Indien dat het geval is neemt de internist telefonisch contact op met de huisarts. Dit overleg kan leiden tot een eenmalige of tot (al dan niet tijdelijke) overname van de behandeling. In het laatste geval sluit de huisarts de eerstelijns DBC. De internist bespreekt de consequenties van de overname van de behandeling met de patiënt.

Logistiek
Verwijzing door de huisarts gebeurt via ZorgDomein. Hier staat vermeld welke informatie de huisarts met de verwijzing dient mee te sturen.
 
Bereikbaarheid en aanwezigheid voetenteam
  • Woensdagochtend
  • Bij een reguliere verwijzing naar de poli orthopedie tel: 077-3205680
  • Bij spoed verwijzen naar de SEH of overleg met de vaatchirurg/SEH arts. Buiten kantooruren via spoedpost of 24/7 overleg met dienstdoende vaatchirurg. Tel: 077-3205555.
 
Rapportage/terugverwijzing
  • Voetenteam verwijst bij een genezen wond de patiënt naar een podotherapeut die als casemanager optreedt en de periodieke controles verzorgt.
  • Voetenteam stuurt een ontslagbrief naar de huisarts en naar de podotherapeut.
  • Terugverwijzing naar de huisarts voor de metabole regulering gebeurt volgens de reeds bestaande afspraken met de internist.

Werkwijze

De medisch inhoudelijke afspraken met de eerste lijn gaan in op de adequate opvolging van de geldende richtlijnen en het naleven van deze regionale transmurale afspraak.

Het stroomdiagram geeft inzicht in het na te leven stroomdiagram en ieders verantwoordelijkheden.

Informatie en voorlichting patiƫnt

Het voetenteam koppelt een voorlichtingsfolder voor patiënten met info over haar samenstelling en werkwijze aan de zorgdomeinverwijzing. De huisarts kan deze folder uitprinten.

 

Bronnen, Auteur, revisiedatum

Bronnen: NHG-standaard diabetes mellitus 2, richtlijn diabetische voet van de NIV, RTA Eindhoven diabetische mellitus type 2

Auteur: Marie-Paule Maris, diabetesverpleegkundige (via Irma Nellen revisie), Cohesie, Voetenteam VieCuri, Podotherapeuten VieCuri

Revisiedatum: Jan 2024