Het optimaliseren en uniformiseren van farmacotherapiebeleid en het doelmatig inzetten van geneesmiddelen bij (kwetsbare) ouderen in de regio Noord- en Midden-Limburg.
Het optimaliseren en uniformiseren van farmacotherapiebeleid en het doelmatig inzetten van geneesmiddelen bij (kwetsbare) ouderen in de regio Noord- en Midden-Limburg.
Artrose is een frequent voorkomende gewrichtsaandoening, die gekenmerkt wordt door gewrichtspijn, stijfheid en functiebeperking. Het merendeel van de mensen > 55 jaar heeft kenmerken van artrose. Slechts een deel ervaart klinische symptomen.
Niet-medicamenteuze therapie
Medicamenteuze therapie pijn
Artrose
|
Dosering |
Bijzonderheden |
Vermalen |
1. paracetamol |
3-4 dd 500-1000 mg, oraal of rectaal
Max. 4 g/dag gedurende 2 weken
Max. 3 g/dag bij gebruik > 2 weken |
CI: overgevoeligheid O: gebruik > 1 maand max. 2,5 g/dag volgens standaarden, maar chronisch gebruik van 3 g/dag geeft minder bijwerkingen dan alternatieve pijnstilling
Overweeg dosisverlaging bij risicofactoren voor leverschade: max.2 g/dag
Risicofactoren leverschade: leverziekte, genetisch bepaalde lage metabolisatiesnelheid, gebruik van CYP2E1-enzyminducerende middelen, lichaamsgewicht < 50 kg, vasten, slechte voedingstoestand (eiwitarm dieet), langdurig > 2 alcoholconsumpties per dag, roken en gecombineerd gebruik van meerdere pijnstillers |
Ja |
2. diclofenac dermaal (Voltaren emulgel ®) |
Cutaan: 2-4 dd gel 1-3% op de pijnlijke plek aanbrengen |
O: geen gegevens bekend bij gebruiksduur ≥ 3 weken
Dermale toediening van diclofenac wordt minder sterk geassocieerd met systemische bijwerkingen B: lokale huidreacties |
N.v.t. |
2. naproxen |
2 dd 250-500 mg, oraal of rectaal |
CI: hartfalen, actief ulcus pepticum, maagdarmbloedingen, cerebrovasculaire bloedingen, maagdarmperforatie, gastritis. astma-aanval na gebruik van acetylsalicylzuur of een andere NSAID in de anamnese en levercirrose Child Pugh A, B en C IA: lithium, VKA’s, methotrexaat, ciclosporine, RAAS-remmers, bètablokkers O: altijd combineren met maagbescherming (pantoprazol 20 mg 1 dd)
Naproxen heeft het laagste cardiovasculaire risico van de NSAID’s, maar het hoogste gastro-intestinale risico B: maagdarmklachten N: bij eGFR < 30 ml/min/1,73m2 maximaal 2 weken gebruiken. Controleer nierfunctie voorafgaand en 1 week na starten. |
Ja |
Artrose – ontstekings- en immuunreacties in gewricht of bursa
|
Dosering |
Bijzonderheden |
1. triamcinolon- acetonide (Kenacort ®) |
Intra-articulair: 20-40 mg eenmalig |
CI: infectie op de plaats van de aandoening en instabiliteit van het gewricht O: Effecten meestal kortdurend (< 3 weken) V: max. 4 keer per jaar met een interval van minimaal 6 weken tussen de injectie |
Jichtartritis is een inflammatoire, steriele gewrichtsaandoening die zich vaak aanvalsgewijs presenteert. Klik hier voor de NHG-standaard artritis.
Jichtartritis – aanvalsbehandeling
Het is niet mogelijk om op basis van effectiviteit een voorkeur uit te spreken voor NSAID’s, colchicine of prednisolon bij de behandeling van een acute jichtaanval. Keuze voor onderstaande middelen wordt gemaakt op grond van co-morbiditeiten, bijwerkingen of contra-indicaties.
|
Dosering |
Bijzonderheden |
Vermalen |
1. prednisolon |
1 dd 30 mg gedurende 5 dagen (verleng evt. tot 10 dagen bij verbetering, maar onvoldoende herstel) |
B: bij kortdurend gebruik weinig bijwerkingen CI: overgevoeligheid, ulcus ventriculi/duodeni, virale infecties, systemische schimmelinfecties |
Ja |
2. naproxen |
2 dd 250-500 mg |
CI: hartfalen, actief ulcus pepticum, maagdarmbloedingen, cerebrovasculaire bloedingen, maagdarmperforatie, gastritis. astma-aanval na gebruik van acetylsalicylzuur of een andere NSAID in de anamnese en levercirrose Child Pugh A, B en C IA: lithium, VKA’s, methotrexaat, ciclosporine, RAAS-remmers, bètablokkers O: altijd combineren met maagbescherming (pantoprazol 20 mg 1 dd)
Naproxen heeft het laagste cardiovasculaire risico van de NSAID’s, maar het hoogste gastro-intestinale risico B: maagdarmklachten N: bij eGFR < 30 ml/min/1,73m2 maximaal 2 weken gebruiken. Controleer nierfunctie. voorafgaand en 1 week na starten. |
Ja |
2. colchicine |
2-3dd 0,5 mg tot de pijn verdwenen is, max. gedurende 5 dagen gebruiken |
CI: overgevoeligheid, bloedbeeldafwijkingen en ernstige leverfunctiestoornis IA: CYP3A4-remmers, statines, ciclosporine O: colchicine kent een zeer smalle therapeutische breedte. Stop bij maagdarmklachten (branderig gevoel in de keel, misselijkheid, buikkrampen en diarree); dit kunnen de eerste tekenen van toxiciteit zijn. Stop ook na uitblijven van effect na 2-3 dagen
Bij verminderde nierfunctie kan het risico op toxiciteit verhoogd zijn. Bij eGFR 10-30 ml/min/1,73m2 standaard kuurdosering toepassen, maar de kuur niet vaker herhalen dan 1 keer per 2 weken
Indicatie op recept verplicht B: buikpijn, misselijkheid, diarree |
Nee |
Jichtartritis – profylactische onderhoudsbehandeling
Overweeg urinezuur verlagende therapie bij ≥ 3 jichtaanvallen per jaar of aanwezigheid van tophi. Bepaal het urinezuurgehalte voor aanvang met de urinezuur verlagende therapie en controleer het urinezuurgehalte vervolgens elke 4 weken totdat de aanvalsfrequentie aanvaardbaar is. Houd hierbij een referentiewaarde aan van ≤ 0,35 mmol/L.
|
Dosering |
Bijzonderheden |
Vermalen |
1. allopurinol |
Startdosering: 1 dd 100 mg en verhoog in stappen van 100 mg per 4 weken op geleide van urinezuurspiegel
Onderhoudsdosering: 1 dd 300 mg is vaak voldoende (maximaal 900 mg per dag, dosering > 300 mg verdelen over 2 giften) |
O: staak de behandeling bij allergische huidreacties. Allopurinol dient niet gestart te worden in de acute fase van een jichtaanval vanwege mogelijke verergering. B: huiduitslag, gastro-intestinale klachten N: eGFR < 30 ml/min/ 1,73 m2: start met 100 mg/dag, zo nodig elke 2-5 weken geleidelijk verhogen. Max. 900 mg/dag. C: controleer nierfunctie voor aanvang en vervolgens jaarlijks |
Ja |
Bij osteoporose neemt de botdichtheid af. Hierdoor verzwakken de botten en neemt de kans op fracturen toe. Klik hier voor de NHG-standaard fractuurpreventie.
Niet-medicamenteuze therapie (bij alle patiënten):
Medicamenteuze therapie
Het beleid is afhankelijk van het valrisico en het fractuurrisico. Klik hier voor het stroomschema van de NHG-standaard fractuurpreventie voor het schatten van het individuele fractuurrisico.
|
Dosering |
Bijzonderheden |
Vermalen |
1a. alendroninezuur
|
Oraal: 1 keer per week 70 mg ’s morgens voor het ontbijt gehele tablet met een groot glas water in zittende of staande houding. Tot 30 minuten na inname niet gaan liggen en niet eten. |
CI: hypocalciëmie, afwijkingen aan de slokdarm, eGFR < 30 ml/min/1,73 m2 IA: antacida, voedsel, middelen die veel calcium, ijzer, aluminium of magnesium bevatten. Advies om alendroninezuur ten minste 2 uur voor eerder genoemde middelen in te nemen. O: bij voorkeur innemen op volkomen nuchtere maag (≥6 uur niet gegeten). Er wordt daarom aangeraden om de tablet ’s morgens voor het ontbijt in te nemen
Schrijf alendroninezuur niet voor indien orale toediening niet haalbaar is i.v.m. lastig innameregime (zie dosering) |
Nee |
1b. vitamine D3, colecalciferol (Divisun ®) |
Oraal: 1 dd 800 IE, of 5600 IE 1 keer per week, of 30000 IE 1 keer per 4 weken |
CI: overgevoeligheid, hypercalciëmie, hypercalciurie, nefrolithiase, nefrocalcinose, hypervitaminose D en pseudohypoparathyreoïdie. Voorzichtigheid is geboden bij sarcoïdose omdat daarbij vitamine D verhoogd wordt omgezet naar zijn actieve metaboliet. |
Ja |
1c. calciumcarbonaat (Calci chew ®) |
Oraal: 1 dd 500 mg bij 2-3 eenheden calcium houdende voeding per dag
1 dd 1000 mg bij 0-1 eenheden calcium houdende voeding per dag |
CI: ernstige hypercalciurie en hypercalciëmie en hypervitaminose D |
Ja |
2. denosumab (Prolia ®) |
Subcutaan: 60 mg elke 6 maanden |
CI: overgevoeligheid, hypocalciëmie, niet genezen laesies t.g.v. kaak- of mondchirurgie O: gelijktijdige suppletie van calcium en vitamine D is noodzakelijk, tenzij er sprake is van hypercalciëmie |
N.v.t. |
Deprescribing – osteoporose en fractuurpreventie
Reumatoïde artritis is een systemische inflammatoire gewrichtsaandoening. Dit uit zich in chronische steriele ontstekingen in de gewrichten, welke pijn en zwelling veroorzaken. Daarnaast kan de ontsteking schade aan het gewrichtskraakbeen en het onderliggende bot veroorzaken. Klik hier voor de NHG-standaard artritis.
Medicamenteuze therapie
|
Dosering |
Bijzonderheden |
Vermalen |
naproxen |
2 dd 250-500 mg, oraal of rectaal |
CI: hartfalen, actief ulcus pepticum, maagdarmbloedingen, cerebrovasculaire bloedingen, maagdarmperforatie, gastritis. astma-aanval na gebruik van acetylsalicylzuur of een andere NSAID in de anamnese en levercirrose Child Pugh A, B en C IA: lithium, VKA’s, methotrexaat, ciclosporine, RAAS-remmers, bètablokkers O: altijd combineren met maagbescherming (pantoprazol 20 mg 1 dd)
Naproxen heeft het laagste cardiovasculaire risico van de NSAID’s, maar het hoogste gastro-intestinale risico B: maagdarmklachten N: bij eGFR < 30 ml/min/1,73m2 maximaal 2 weken gebruiken. Controleer nierfunctie voorafgaand en 1 week na starten. |
Ja |
methotrexaat (Emthexate ®) |
Oraal/subcutaan: 7,5-30 mg 1x per week |
CI: overgevoeligheid, chronische leveraandoening, longtoxiciteit t.g.v. methotrexaat IA: cotrimoxazol (bactrimel ®) en trimethoprim O: denk aan suppletie foliumzuur (zie hieronder). Suppleer foliumzuur op de dag dat methotrexaat niet wordt gegeven
Indicatie op recept verplicht N: bij een eGFR 10-50 ml/min/1,73 m2 neveneffecten extra controleren, zoals bloedbeeld, ASAT, ALAT, eGFR C: controle bloedbeeld en ALAT/ASAT elke 6 maanden (na stabilisatie) |
Nee |
foliumzuur |
5 mg/week, verhogen naar 10 mg/week bij dosering methotrexaat ≥ 15 mg/week |
CI: pernicieuze anemie of megaloblastaire anemie O: er dient ten minste 24 uur tussen de toediening van methotrexaat en de toediening van foliumzuur te zitten Dosering > 5 mg mag ook opeenvolgende dagen worden gegeven. Vb. 5 mg 2 keer per week |
Ja |
Legenda
Bronnen
Referenties klik hier
Auteurs
Lieke van Dinter (masterstudente farmacie), Suzanne Dittrich (ziekenhuisapotheker), René Beaumont (specialist ouderengeneeskunde), Sara Bours-de Die (ANIOS ouderengeneeskunde), vakgroep Klinische Geriatrie, Luba Mensing (specialist ouderengeneeskunde), Anne Visser (AIOS ouderengeneeskunde), Sandra Voermans-Boekhorst (verpleegkundig specialist ouderengeneeskunde), Marie-Renée Pijnaker-Wientjens (apotheker)
Revisiedatum
12 februari 2022
Contact
Voor inhoudelijke vragen en/of opmerkingen kunt u contact opnemen via transmuralefarmacie@viecuri.nl.
Trefwoorden
1. Artrose: Artrose, arthrosis, osteoartrose, osteoarthritis, gewrichtsslijtage, slijtagereuma, osteoartritis, triamcinolon, bewegingsapparaat
2. Jichtartritis: Jicht, artritis, jichtartritis, arthiritis urica, bewegingsapparaat
3. Osteoporose en fractuurpreventie: Osteoporose, osteoporosis, botontkalking, botsterkteverlies, broze botten, vitamine D deficiëntie, calcium deficiëntie, fractuur, botbreuk, fractuurpreventie, valrisico, botdichtheid, DEXA, dual-energy X-ray-absorptiometrie, DEXA-scan, calcium, vitamine D, colecalciferol
4. Reumatoïde artritis: Reuma, reumatoïde artritis, RA, gewrichtsreuma, methotrexaat, foliumzuur