Het optimaliseren en uniformiseren van farmacotherapiebeleid en het doelmatig inzetten van geneesmiddelen bij (kwetsbare) ouderen in de regio Noord- en Midden-Limburg.
Het optimaliseren en uniformiseren van farmacotherapiebeleid en het doelmatig inzetten van geneesmiddelen bij (kwetsbare) ouderen in de regio Noord- en Midden-Limburg.
Klik hier voor de NHG-standaard bacteriële huidinfecties.
Bacteriële huidinfecties – cellulitis/erysipelas
Niet-medicamenteuze therapie cellulitis en erysipelas
Medicamenteuze therapie
Bacteriële huidinfecties – cellulitis
|
Dosering |
Bijzonderheden |
Vermalen |
1. flucloxacilline (Floxapen ®) |
Oraal: |
CI: veiligheid onbekend bij levercirrose, penicilline overgevoeligheid |
Nee, maar er is tevens een suspensie beschikbaar |
2. claritromycine |
Oraal: |
IA: HIV-proteaseremmers, cobicistat, atazanavir, CYP3A4-remmers, buspiron, carbamazepine, digoxine, linezolid, rifabutine, rilpivirine, diltiazem |
Ja |
2. clindamycine (Dalacin C ®) |
Oraal: |
IA: HIV-proteaseremmers, ciclosporine
Bij levercirrose met Child-Pugh B of C, doseerinterval van minstens 8 uur aanhouden |
Nee |
Bacteriële huidinfecties – erysipelas
|
Dosering |
Bijzonderheden |
Vermalen |
1. feneticilline (Broxil ®) |
Oraal: |
CI: veiligheid onbekend bij levercirrose, penicilline overgevoeligheid |
Nee. Capsules niet openen, wel uiteen laten vallen in water |
2. claritromycine |
Oraal: |
IA: HIV-proteaseremmers, cobicistat, atazanavir, CYP3A4-remmers, buspiron, carbamazepine, digoxine, linezolid, rifabutine, rilpivirine, diltiazem |
Ja |
2. clindamycine (Dalacin C ®) |
Oraal: |
IA: HIV-proteaseremmers, ciclosporine
Bij levercirrose met Child-Pugh B of C, doseerinterval van minstens 8 uur aanhouden |
Nee |
Bacteriële huidinfecties – impetigo
Medicamenteuze therapie
|
Dosering |
Bijzonderheden |
Vermalen |
1. fusidinezuur (Fucidin ®) |
Cutaan: |
O: maximaal 14 dagen gebruiken i.v.m. risico op resistentie |
N.v.t. |
2. flucloxacilline (Floxapen ®) |
Oraal: |
CI: veiligheid onbekend bij levercirrose, penicilline-overgevoeligheid |
Nee |
3. claritromycine |
Oraal: |
IA: HIV-proteaseremmers, cobicistat, atazanavir, CYP3A4-remmers, buspiron, carbamazepine, digoxine, linezolid, rifabutine, rilpivirine, diltiazem |
Ja |
3. clindamycine (Dalacin C ®) |
Oraal: |
IA: HIV-proteaseremmers, ciclosporine
bij levercirrose met Child-Pugh B of C, doseerinterval van minstens 8 uur aanhouden |
Nee |
Dermatomycose is een zichtbare huidafwijking, veroorzaakt door schimmels of gisten, vaak gepaard gaand met jeuk. Klik hier voor de NHG-standaard Dermatomycosen.
Dermatomycosen – tinea (pedis, manus, corporis)
Niet-medicamenteuze therapie
Medicamenteuze therapie
|
Dosering |
Bijzonderheden |
1. terbinafine (Lamisil ®) |
Cutaan: |
CI: cutane oplossing wordt niet aanbevolen bij hyperkeratotisch chronisch plantair tinea pedis |
2. clotrimazol |
Cutaan: |
CI: overgevoeligheid |
2. miconazol (Daktarin ®) |
Cutaan: Tevens dagelijks strooipoeder strooien tussen de tenen en evt. ook in schone sokken en schoenen. |
CI: overgevoeligheid voor miconazol of andere imidazoolderivaten, VKA’s |
Dermatomycosen – pityriasis versicolor
|
Dosering |
Bijzonderheden |
1. seleniumsulfide suspensie 2,5% (Selsun ®) |
Beperkte lokale afwijkingen:
Uitgebreide afwijkingen: |
CI: ontstoken of beschadigde huid, overgevoeligheid
|
2. ketoconazol (Nizoral ®) |
Cutaan: |
CI: overgevoeligheid |
3. itraconazol (Trisporal ®) |
Oraal: |
CI: aangeboren lang QT-intervalsyndroom, hartfalen, overgevoeligheid voor itraconazol of verwante azoolverbindingen. Voorzichtigheid is geboden bij levercirrose.
Capsule niet vermalen |
Dermatomycosen – diepe dermatomycosen (animale mycosen, tinea capitis en mycotische sycosis barbae)
|
Dosering |
Bijzonderheden |
Vermalen |
1. terbinafine |
Oraal: |
CI: overgevoeligheid, chronische of actieve leverziekte |
Ja |
Niet-medicamenteuze therapie
Eczeem is een verzamelnaam voor jeukende polymorfe huidaandoeningen met roodheid, oedeem, papels, blaasjes, korstjes, schilfers en/of lichenificatie als gevolg van een niet-infectieuze ontstekingsreactie van de huid. Klik hier voor de NHG-standaard Eczeem.
Niet-medicamenteuze therapie
Medicamenteuze therapie
Eczeem – dermale corticosteroïden
|
Dosering |
Bijzonderheden |
1. hydrocortison- |
Cutaan: |
O: klasse I corticosteroïd. Beschikbaar in zalf, vaselinecrème en crème basis. |
2. triamcinolon- |
Cutaan: |
O: klasse II corticosteroïd. Beschikbaar in zalf, vaselinecrème en crème basis.
Beperk dagelijks gebruik van klasse II corticosteroïden tot 2-3 weken vanwege de kans op lokale bijwerkingen (atrofie, striae, teleangiëctastieën, hypopigmentatie. |
3. betamethason- |
Cutaan: |
O: klasse III corticosteroïd. Beschikbaar in zalf en crème basis.
Beperk dagelijks gebruik van klasse III corticosteroïden tot 2-3 weken vanwege de kans op lokale bijwerkingen (atrofie, striae, teleangiëctastieën, hypopigmentatie. |
Incidentie van gordelroos neemt toe met de leeftijd. Bij personen ≥ 65 jaar is de incidentie van gordelroos 11,2 per 1000 personen. Klik hier voor de NHG-standaard gordelroos.
Niet-medicamenteuze therapie
Medicamenteuze therapie
|
Dosering |
Bijzonderheden |
Vermalen |
1. valaciclovir |
Oraal: |
CI: overgevoeligheid voor (val)aciclovir
|
Ja |
Intertrigo ofwel smetten is een in de grote huidplooien gelokaliseerde, oppervlakkige huidaandoening welke zich kenmerkt door altijd roodheid (erytheem) aan beide zijden van de plooi. Daarnaast kunnen een of meerdere van de volgende symptomen voorkomen: maceratie (verweking), fissuren (scheurtjes), erosies, een nattende huid of korstvorming.
Niet-medicamenteuze therapie
Medicamenteuze therapie
Intertrigo – nattende huid
|
Dosering |
Bijzonderheden |
zinkolie (zinkoxide smeersel) |
Enkele malen per dag dun aanbrengen |
CI: overgevoeligheid
Zinkresten van een vorige behandeling kunnen verwijderd worden met zoete olie (arachideolie) |
Intertrigo – geïnfecteerde huid
|
Dosering |
Bijzonderheden |
clotrimazol |
Cutaan: |
CI: overgevoeligheid |
ketoconazol (Nizoral ®) |
Cutaan: |
CI: overgevoeligheid |
miconazol (Daktarin ®) |
Cutaan: |
CI: overgevoeligheid voor miconazol of andere imidazoolderivaten, VKA’s |
zinkolie (zinkoxide smeersel) |
Enkele malen per dag dun aanbrengen |
CI: overgevoeligheid. |
Psoriasis is een chronische erythematosquameuze huidaandoening met exacerbaties en remissies, soms met nagelafwijkingen of artritis. Klik hier voor de NHG-standaard Psoriasis.
Niet-medicamenteuze therapie
Medicamenteuze therapie
De medicamenteuze behandeling van psoriasis en plaque en psoriasis guttata is symptomatisch en heeft tot doel om een aanzienlijke verbetering of verdwijnen van de huidafwijkingen te bewerkstelligen.
Psoriasis – laesies op het lichaam
|
Dosering |
Bijzonderheden |
1. betamethason- |
Cutaan: |
O: klasse III corticosteroïd. Beschikbaar in zalf, crème en lotion. |
2a. betamethason- |
Cutaan: |
O: klasse III corticosteroïd. Beschikbaar in zalf, crème en lotion. |
2b. calcitriol zalf (Silkis ®) |
1 dd ‘s morgens aanbrengen, gedurende 4 weken |
O: vitamine D analoog |
3. clobetasol- |
1 dd dun aanbrengen, gedurende 4 weken |
O: klasse IV corticosteroïd. Beschikbaar als zalf, crème en lotion. |
Psoriasis – laesies in het gelaat of lichaamsplooien
|
Dosering |
Bijzonderheden |
1. triamcinolon- |
Cutaan: |
O: klasse II corticosteroïd. Beschikbaar in zalf, vaselinecrème en crème basis. |
2a. betamethason- |
Cutaan: |
O: klasse III corticosteroïd. Beschikbaar in zalf, crème en lotion. |
2b. calcitriol zalf (Silkis ®) |
Cutaan: |
O: vitamine D analoog |
Rosacea is een chronische huidaandoening, die in de regel na het 30e levensjaar optreedt en met remissies en exacerbaties verloopt. Klik hier voor de NHG-standaard Rosacea.
Niet-medicamenteuze therapie
Rosacea – met papels en pustels
|
Dosering |
Bijzonderheden |
1. metronidazol |
Cutaan: 2 dd hydrogel (7,5 mg/g) dun aanbrengen |
CI: overgevoeligheid, aangeboren lang QT-intervalsyndroom. Toepassing bij acute porfyrie wordt ontraden. Voorzichtigheid is geboden bij ernstige leverfunctiestoornis.
Gebruik geen alcoholische dranken ≤ 48 uur na beëindiging van de behandeling, vanwege het risico op disulfiram-achtige reactie (ook bij cutane toediening) |
2. ivermectine (Soolantra ®) |
Cutaan: |
CI: overgevoeligheid |
Hydrofiele crèmes
Onderstaand overzicht loopt van minst vette crème naar vetste crème binnen deze categorie.
Preparaten |
Kenmerken |
||
cetomacrogolcrème |
|
|
|
ureum 10% crème |
Ureum bevordert opname water in de huid, waardoor de huid soepel blijft |
||
vaselinecetomacrogolcrème |
|
|
|
Hydrofobe crèmes
Preparaten |
|
|
|
koelzalf FNA |
Bevat 60% olie |
Zalven
Algemene kenmerken:
Preparaten |
Kenmerken |
cetomacrogolzalf FNA |
Cetomacrogolzalf is afwasbaar, kan vocht opnemen |
ureumzalf 10% |
Bevordert opname van water in de huid, waardoor de huid soepel blijft |
Vette zalven
Preparaten |
Kenmerken |
|
|
lanettecrème met 50% vaseline |
|
|
|
zinkzalf 10% FNA (zinkoxidezalf) |
Hydraterend, maar ook licht indrogend. Kan vocht opnemen. |
||
vaseline |
Bevat geen water, sterk hydraterend en weekmakend |
||
vaseline paraffine ana* |
Bevat geen water, sterk hydraterend en weekmakend |
* Ana partes: in gelijke hoeveelheden.
Indrogende preparaten
Preparaten |
Kenmerken |
|
|
zinkolie (zinkoxide smeersel) |
Sterk indrogend |
||
sudocrème |
Matig indrogend |
Legenda
Bronnen
Referenties klik hier
Auteurs
Lieke van Dinter (masterstudente farmacie), Suzanne Dittrich (ziekenhuisapotheker), René Beaumont (specialist ouderengeneeskunde), Sara Bours-de Die (ANIOS ouderengeneeskunde), vakgroep Klinische Geriatrie, Luba Mensing (specialist ouderengeneeskunde), Anne Visser (AIOS ouderengeneeskunde), Sandra Voermans-Boekhorst (verpleegkundig specialist ouderengeneeskunde), Marie-Renée Pijnaker-Wientjens (apotheker)
Revisiedatum
22 maart 2022
Contact
Voor inhoudelijke vragen en/of opmerkingen kunt u contact opnemen via transmuralefarmacie@viecuri.nl.
Trefwoorden
1. Bacteriële huidinfecties: Bacteriële huidinfecties, erysipelas, cellulitis, impetigo, wondroos,
2. Dermatomycosen: Tinea pedis, tinea manus, tinea corporis, candida, schimmelinfecties, pityriasis versicolor, pityriasis, tinea capitis, dermatomycosen, mycotische sycosis barbae
3. Droge huid: Droge huid, jeuk
4. Eczeem: Eczeem, eczema, constitutioneel eczeem
5. Gordelroos: Gordelroos, herpes zoster
6. Psoriasis: Psoriasis, psoriase
7. Rosacea: Rosacea