Een eenduidig beleid in herkenning en aanpak, effectievere samenwerking tussen huisartsen, jeugdartsen en kinderartsen / urologen, en adequaat verwijzen bij problemen met zindelijkheid voor urine en faeces bij kinderen en jeugdigen.
Een eenduidig beleid in herkenning en aanpak, effectievere samenwerking tussen huisartsen, jeugdartsen en kinderartsen / urologen, en adequaat verwijzen bij problemen met zindelijkheid voor urine en faeces bij kinderen en jeugdigen.
Het zindelijkheidsproces is ingewikkeld, maar meestal worden kinderen rond de 2,5 tot 3 jaar zindelijk voor zowel urine als ontlasting. Fysiologisch is onzindelijkheid (incontinentie) tot 5,5-jarige leeftijd normaal, maar in de praktijk lastig voor ouders: het kan veel onrust en logistiek ongemak geven, en ook problemen bij aanmelden voor het basisonderwijs.
Zowel de huisarts als jeugdarts krijgen primair de vragen van ouders over onzindelijkheid en obstipatie. Basale adviezen en leeftijdsgerichte aanpak kunnen vervolgens worden gegeven door POH-jeugd en JGZ, al dan niet in samenspraak met de gespecialiseerde verpleegkundigen van de GGD, die ook al vóór de leeftijd van 4 jaar kunnen worden ingeschakeld. De kinderen waarbij de basisadviezen zoals beschreven in bijlage 6 niet afdoende werken, worden verwezen naar de incontinentie-poli’s in het ziekenhuis.
Urine-incontinentie bij kinderen is een frequent voorkomend probleem, al dan niet gecombineerd met comorbiditeit zoals (verdenking op) urineweginfecties en pijnlijk plassen. Een adequate behandeling op de kinderleeftijd kan maatschappelijke en medische problemen op lange termijn voorkomen.
Indien kinderen > 4 jaar nog urineverlies overdag hebben, spreekt men van incontinentie. Bij urineverlies ’s nachts wordt gesproken van enuresis1
Beleid bij incontinentie en enuresis bij kinderen
Bij adequate beoordeling van de klachten is het belangrijk om te beseffen dat zindelijkheid afhankelijk is van meerdere factoren:
Bij anamnese2 en evaluatie van de incontinentie en enuresis moeten al deze factoren worden beoordeeld. Dit vraagt zowel tijd in gesprek als ook extra informatie over het plasgedrag van kinderen. In de praktijk kan dit worden beoordeeld door het invullen van het zogenaamde "plasdagboek": een dagboek van minimaal 2 dagen waarin wordt bijgehouden hoeveel en wanneer gedronken en geplast wordt3.
Niet-medicamenteus5, 6:
Telefonisch overleg gespecialiseerd verpleegkundige 2e lijn (urotherapie)
Medicamenteus:
Medicatie voor blaasproblemen is op kinderleeftijd specialistische medicatie, en wordt niet in de 1e lijn voorgeschreven.
Enuresis kan worden bepaald door 3 factoren:
Afhankelijk van de oorzaak / oorzaken moet de aanpak gekozen worden om falen en teleurstelling te voorkomen. Maak hierbij gebruik van de POH-jeugd of overweeg verwijzing naar de (gespecialiseerd verpleegkundige van de) JGZ, gezien zowel tijdsbelasting, keuze in aanpak, educatieve mogelijkheden als follow-up.
Zowel de huisarts als jeugdarts krijgen primair de vragen van ouders over zindelijkheid en obstipatie. Bij adequate beoordeling van de klachten is het belangrijk om te beseffen dat zindelijkheid afhankelijk is van meerdere factoren:
Fecale incontinentie, het onvrijwillig verliezen van ontlasting na de leeftijd van 4 jaar, wordt onderverdeeld in:
1. Fecale incontinentie met onderliggende lichamelijke oorzaak;
2. Fecale incontinentie op basis van obstipatie;
3. Solitaire fecale incontinentie.
Solitaire fecale incontinentie
Indien er geen sprake is van obstipatie maar wel van incontinentie, dan spreekt men van solitaire fecale incontinentie. Kinderen met solitaire fecale incontinentie, voornamelijk jongens, hebben een normale defecatiefrequentie en een normale consistentie van de ontlasting. Bij lichamelijk onderzoek worden geen tekenen van obstipatie gevonden. Het onvrijwillige ontlastingsverlies treedt meestal dagelijks op. Deze kinderen verwaarlozen of negeren waarschijnlijk hun aandranggevoel. Van verminderde eetlust of buikpijn is geen sprake. Ouders zoeken voor deze vorm van fecale incontinentie later hulp dan bij fecale incontinentie op basis van obstipatie. Het onderliggende mechanisme van solitaire fecale incontinentie is grotendeels onbekend, maar kan wijzen op informatieverwerkingsproblemen, ontwikkelingsproblematiek/-stoornis of een kind in de knel (zoals overvraging, stress, systemische problematiek). Gedragstherapie (toilettraining in combinatie met een beloningssysteem en richten op vermindering van de angst voor toiletgang) vormt de kern van de behandeling.
Functionele obstipatie is obstipatie zonder aanwijzingen voor een onderliggende somatische oorzaak.
Kinderen met functionele obstipatie kenmerken zich door een vaak pijnlijke harde en laagfrequente defecatie (≤ 2x / week), vaak in combinatie met fecale incontinentie (onvrijwillig verlies van ontlasting), soms grote hoeveelheden ontlasting en buikpijn.
Voor meer informatie, zie https://www.nhg.org/standaarden/samenvatting/obstipatie.
Niet-medicamenteus:
Medicamenteus:
Controle:
klachten;
verdwijnen en dat de klachten kunnen recidiveren (40% van de tweedelijns kinderen heeft nog klachten na 6 tot 12 maanden). Goede uitleg zal zeer waarschijnlijk de compliance verhogen;
In onderstaand schema wordt weergegeven wie geconsulteerd kan worden10:
Naar jeugdarts:
Naar JGZ-verpleegkundige:
Naar aandachtsfunctionaris zindelijkheid JGZ (gespecialiseerd verpleegkundige):
Naar huisarts:
Naar POH-jeugd (indien aanwezig):
Naar kinderarts11:
Naar urotherapeut:
Naar psycholoog:
Naar bekkenbodemfysiotherapeut:
Verwijzing gebeurt door de huisarts, jeugdarts of AVG.
Bij verwijzing naar specialist:
Zowel huisarts als jeugdarts kan de coördinerende rol hebben, afhankelijk van de voorkeur van de ouders. Terugkoppeling naar en overleg tussen verwijzers en hulpverleners via de momenteel aanwezige methoden, zoals Zorgmail, ZorgDomein, brieven.
Tabel 1.Bereikbaarheidsgegevens ziekenhuizen en JGZ:
Instelling
|
Polikliniek |
Telefoonnummer / Email |
Máxima Medisch Centrum |
PIPO-poli |
040 - 888 82 70
|
Catharina Ziekenhuis |
Plas- en poeppoli |
040 - 239 92 00
|
St. Anna Ziekenhuis |
Plas- en poeppoli |
040 - 286 4853
|
Elkerliek Ziekenhuis |
Plaspoli / Poeppoli,
|
0495 - 59 59 55
|
Zuidzorg 0-4 jaar (Eindhoven e.o.)
|
|
040 - 230 80 20
Let op! Het oude telnr 040 – 230 84 08 vervalt
|
GGD 4-18 jaar |
|
088 - 003 14 14
|
De Zorgboog 0-4 jaar (Helmond e.o.) |
|
0900 - 899 86 36 |
Namens huisartsen:
Rian van den Berg, POH jeugd
Marion Salwegter, kaderhuisarts
Myrthe Verhagen, POH jeugd
Joyce de Visser, POH jeugd
Namens de ziekenhuizen:
Mijke Breukels, kinderarts Elkerliek ziekenhuis
Hilde Geurts, urotherapeut St. Anna ziekenhuis
Inge van Gorp, urotherapeut Catharina Ziekenhuis
Rosalie van Katwijk, urotherapeut Elkerliek ziekenhuis
Maartje Lommen, urotherapeut Máxima Medisch Centrum
Geesje van Schaijk, kinderarts St. Anna ziekenhuis
Janneke Stapelbroek, kinderarts Catharina Ziekenhuis
Bas Zegers, kinderarts Máxima Medisch Centrum
Namens GGD BZO:
Jacha Duitgenius, jeugdarts
Chantal Janssen, JGZ verpleegkundige
Barbara Klitsie, JGZ verpleegkundige
Namens Zuidzorg en Zorgboog:
Rachel Janssen, stafarts en jeugdarts
Referenten: medisch psychologen.
Namens transmurale centra
Yvonne van Oosterhout, coördinator HaCa
1 Zie voor definities bijlage 1.
2 Zie bijlage 2a en b voor voorbeeldvragen
3 Zie bijlage 3: Plasdagboek
4 Zie bijlage 4.
5 Zie bijlage 5.
6 Zie bijlage 6.
7 Zie bijlage 7.
8 Zie bijlage 9a, b en c.
9 Zie bijlage 8.
10 Medische psychologie kan alleen na verwijzing naar de kinderarts.
11 Voor Anna en MMC zkh: verwijs naar plas en poeppoli of PIPOpoli resp. Voor CZE en Elkerliek: combinatie- of verwijsafspraak chronische buikpijn/obstipatie, waarna indien nodig doorverwijzing door kinderarts naar poeppoli.
12 Zie bijlage 10.
Deze regionale transmurale afspraak is ontwikkeld in samenwerking met de transmurale organisaties HaCa, THEMA, TransMáx. Voor deze samenwerkingsafspraak is uitgegaan van de landelijke richtlijnen: NHG standaarden Enuresis en Obstipatie, JGZ richtlijn Zindelijkheid urine en feces, NVU/NVK richtlijn incontinentie bij kinderen.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HaCa. Deze samenwerkingsafspraak is goedgekeurd door de Kwaliteitsraad van de Huisartsenkring Zuidoost Brabant.
© 2017 HaCa
TS ZOB, september, KIN 5 - 2
Bijage 2a : Voorbeeldvragen anamnese incontinentie
Bijlage 2b : Voorbeeldvragen anamnese enuresis
Bijlage 3 : Voorbeeld plasdagboek
Bijlage 4 : Lichamelijk onderzoek
Bijlage 5 : Begeleiding en behandeling
Bijlage 6 : Begeleiding incontinentie en enuresis
Bijlage 7 : Voorbeeldvragen anamnese fecale incontinentie / obstipatie
Bijlage 8 : Gedragsregels obstipatie bij kinderen in de 1e lijn
Bijlage 9b : Bristol stool chart
Bijlage 9c : Defecatiefrequentie per leeftijd
Bijlage 10: Behandeling obstipatie bij kinderen in de 1e lijn
Bijlage 11: Organische oorzaken en risicoverhogende factoren voor obstipatie